meester Henk - OLYMPISCHE SPELEN
 
(Advertentie)
(Advertentie)

De 100m is het domein van absolute snelheid. Atleten met verschillende lichaamsbouw kunnen goed presteren op deze afstand. Snel zijn betekent in staat zijn om direct vanuit de hersenen opdrachten door te geven die nodig zijn voor spiersamentrekking. De 100m vereist buitengewone reflexen bij de start en grote explosieve kracht. In de eerste passen moeten de sprinters volmaakte controle over hun bewegingen en hun evenwicht, waarbij ze een zekere ontspanning houden. Dan moeten ze hun versnellend vermogen gebruiken om topsnelheid te bereiken. Omdat het moeilijk is topsnelheid langer dan 6 of 7 seconden vast te houden, hebben sprinters sterke spieren nodig en een ontspannen ogende techniek. De juiste verhouding tussen frequentie en paslengte is de sleutel tot de sprinttechniek. De 100m kan worden verdeeld in de elementaire delen start, de versnelling en finish. De juiste combinatie zorgt voor het beste resultaat.

via @meesterhenkvink 2015

Dafne Schippers (100m, 200m en 4x100m sprint)
via @meesterhenkvink 2015
Jamile Samuel (200m sprint en 4x100m estafette)
via @meesterhenkvink
via @meesterhenkvink 2016
(Advertentie)
via @meesterhenkvink 2016
via @meesterhenkvink 2016
@meesterhenkvink 2015
(Advertentie)
Speciaal voor de atleten (hardloop)schoenen met kleine "pinnen", om goede grip (en afzet) op de ondergrond te houden.
@meesterhenkvink 2016

De 200m specialist moet de basissnelheid van de 100m sprinter combineren met een looptechniek die hem in staat stelt centrifugale krachten te beheersen in de bocht.

 

De 200m tilt snelheid boven zichzelf uit. Goede indeling van de race en effectieve bochtentechniek vormen de sleutel tot deze sprintafstandAtleten moeten niet te langzaam starten, maar als ze te scheutig zijn met energie zullen ze niet de hele afstand volhouden zonder te verzwakken. Kracht neemt het over van snelheid als de sprinter uit de bocht komt en de pijn begint te voelen. De start is hier iets minder belangrijk dan op de 100m.

via @meesterhenkvink 2015

 

Churandy Martina (sprinter: 100m, 200m)
via @meesterhenkvink
via @meesterhenkvink 2016
(Advertentie)
via @meesterhenkvink 2016
via @meesterhenkvink 2016
via @meesterhenkvink 2016
Solomon Bockarie (200m en 4x100m sprint)
via @meesterhenkvink 2016
via @meesterhenkvink 2016
(Advertentie)
(Advertentie)

De zwaarste sprintafstand, kan beschouwd worden als kort in tijd en lang in afstand. De 400m loper moet een sprinter met lef zijn. Wilskracht strijdt tegen de pijn als de spieren alsmaar zwaarder worden aan het eind van een race.


Alleen in zijn baan, moet de atleet snel starten, op negentig procent van zijn kunnen en zijn tempo zo onder controle houden dat hij niet tegen een muur loopt. Na 30 tot 35 seconden snel lopen doen fysiologische effecten - zuurstofschuld, meer melkzuur in de spieren - hun intrede. Het hele lichaam lijdt pijn. De 400m is een scholing in durf waarbij je kunt leren om jezelf te overtreffen.

via @meesterhenkvink 2015

via @meesterhenkvink 2016
via @meesterhenkvink 2016
via @meesterhenkvink 2016
via @meesterhenkvink
via @meesterhenkvink 2015
via @meesterhenkvink 2015
Bronzen medaille op de EK 2014 bij de 5000m

via @meesterhenkvink 2015
Jip is een belofte. Ze behaalde de 4e plaats op de EK 2014

via @meesterhenkvink 2015